Houden taalbarrières nieuwe ontdekkingen gelokaliseerd?

De wereld zit vol met verbijsterende diversiteit. Planten en dieren verschillen sterk per regio, en om een bepaalde soort insect, vogel of boom te bestuderen moet men naar de plaats gaan waar de soort in kwestie voorkomt. Gelukkig zijn wetenschappers voor het welzijn van de menselijke kennis wijd en zijd verspreid. Dit leidt echter tot taalbarrières die het wetenschappelijk onderzoek lokaliseren, aangezien de internationale wetenschapsgemeenschap wordt gedomineerd door de Engelse taal.

In een studie onder leiding van de Japanse biodiversiteitsonderzoeker Tatsuya Amano, gepubliceerd in PLOS Biology, onderzochten hij en zijn team 400.000 collegiaal getoetste rapporten in 16 verschillende talen. Daartussen ontdekten zij onderzoek over negen amfibiesoorten, 217 vogelsoorten en 64 zoogdiersoorten die niet in het Engels worden bestreken, en zij concludeerden dat integratie van dit onderzoek “de geografische afbakening van het wetenschappelijk bewijsmateriaal inzake biodiversiteit met 12% tot 25% zou kunnen uitbreiden en het aantal bestreken soorten met 5% tot 32%”.

Hoewel het Engels de derde plaats inneemt wat betreft de grootste moedertaalsprekers wereldwijd, staat het op de eerste plaats als de meest gesproken taal wanneer zowel moedertaalsprekers als niet-moedertaalsprekers worden geteld. Het Engels blijft dus de lingua franca, niet alleen van het bedrijfsleven en de technologie, maar ook van de wetenschap, hetgeen betekent dat het de belangrijkste taal is die wetenschappers gebruiken om hun onderzoek internationaal te communiceren. Onderzoek dat niet in het Engels wordt gepubliceerd, wordt dan natuurlijk gemist.

Als deze leemten in wetenschappelijke kennis niet worden opgevuld, blijven zij groeien, hetgeen een probleem vormt dat veel verder reikt dan de bezorgdheid van wetenschappers alleen. Het vermogen van de internationale gemeenschap om problemen zoals klimaatverandering te bestrijden, hangt af van een integraal beeld van de wereld. Volgens Nina Hunter, een onderzoeker aan de Universiteit van KwaZulu-Natal, wordt de kloof nog duidelijker wanneer men de verschillen tussen het noorden en het zuiden van de wereld in aanmerking neemt. Zij stelt dat er met “wetenschappers uit het Zuiden en hun wetenschap niet op dezelfde manier rekening wordt gehouden, omdat alles is gebaseerd op het soort criteria dat voor het Noorden simpeler is”. Hierdoor wordt de situatie urgent in het licht van de groeiende pogingen van leiders uit het Noorden om de huidige klimaatcrisis aan te pakken.

Het is duidelijk dat de kwestie een zeer sociale kwestie wordt, en het vloeit niet alleen van niet-Engelstalige gemeenschappen naar Engelssprekende gemeenschappen, maar ook andersom. Aangezien het Engels zo’n dominante taal is in de wereldwetenschap worden wetenschappers die zich niet met dat onderzoek kunnen bezighouden en er niet uit kunnen putten, afgesneden van potentieel cruciale kennis. Dit probleem wordt nog verergerd door het feit dat veel wetenschappers die het Engels niet als moedertaal hebben, toch proberen in Engelse tijdschriften te publiceren, omdat deze tijdschriften over het algemeen de grootste impact hebben, zoals blijkt uit een eerdere studie van Amano.

Dit is geen gemakkelijk op te lossen probleem. Het vertalen van wetenschappelijk materiaal is een uitdagend, technisch en tijdrovend proces, en onderzoekers werken met een strak tijdschema om hun materiaal gepubliceerd te krijgen in internationale tijdschriften. Dat gezegd zijnde, er zijn mogelijke oplossingen. Machinevertalingen blijven zich in een indrukwekkend tempo verbeteren, en wanneer zij gecombineerd worden met menselijke editors, kunnen zij de technische complexiteit van wetenschappelijk onderzoek effectief opvangen. Er zijn vertaalbureaus met ervaring op dit gebied, die door internationale wetenschappelijke organisaties kunnen worden ingeschakeld om ervoor te zorgen dat kennis altijd beschikbaar is voor degenen die deze het meest nodig hebben. Wij bij Trusted Translations hebben de middelen en de ervaring die nodig zijn om cliënten te helpen deze moeilijkheden aan te pakken.

In wezen komt het erop neer hoeveel moeite de Engelstalige wetenschappelijke gemeenschap bereid is te doen in het nivelleren van het veld. Het is gewoon niet altijd mogelijk om erop te vertrouwen dat wetenschappers Engels leren of toegang hebben tot vertalers van goede kwaliteit. Het eerste is om te beginnen al nauwelijks afdwingbaar, dus elke suggestie dat “Engels leren zou moeten zijn als het leren van wiskunde voor wetenschappers… dus dat je het Engels nodig hebt om mee te doen” slaat de plank een beetje mis, hoe intuïtief het idee ook mag lijken. Zoals Michael Gordin, een professor in de geschiedenis van de wetenschap aan de universiteit van Princeton, opmerkt, is het lang gebruikelijk geweest om kennis te vertalen in de meer gangbare taal. Veel van de gangbare Arabische kennis van de negende tot de dertiende eeuw werd vertaald uit het Perzisch, Grieks of Syrisch.

Hoe dan ook, naarmate de wereld meer globaliseert geldt dat ook voor de wetenschap, en dit betekent dat, zo we geen toegang hebben tot één enkele, effectieve mondiale taal, dan op zijn minst de mogelijkheid hebben om effectief te vertalen tussen talen, om zo de kennis over nieuwe ontdekkingen universeler te maken. Gezien de toenemende ontwikkelingen van de vertaaltechnologie lijkt dit een haalbaar doel.

Afbeelding door Myléne from Pixabay